Op iedere afdeling komt het voor: een collega die moppert, klaagt of zeurt. Dan kan een vervelende sfeer ontstaan. In tijden van veranderende organisaties kunnen we dat niet goed gebruiken. Medewerkers die enthousiast ‘Ja, en ..’ roepen bij een verandering, dat is natuurlijk veel prettiger werken.
Maar is dat eigenlijk wel zo? Zou je ‘gezeur’ van medewerkers of collega’s niet om kunnen zetten in constructief overleg?

Tien adviezen om anders naar gezeur te kijken en feedback constructief te gebruiken

  1. Allereerst: als mensen zeuren, is er betrokkenheid. Stel je voor dat iedereen z’n mond houdt en je geen enkel (tegen)geluid meer hoort. In eerste instantie makkelijk, maar is dat gezond voor je organisatie of afdeling? Het kan een teken zijn van onverschilligheid, en waar onverschilligheid heerst, is geen betrokkenheid. Of er is gebrek aan moed om je geluid te laten horen. Beiden kunnen symptomen zijn van allerlei zaken die spelen onder de oppervlakte die we hier nu niet bespreken; laten we het erop houden dat zowel onverschilligheid als een gebrek aan moed om je mond open te doen niet effectief zijn in organisaties.
  2. Gezeur kun je vaak voorkomen door vooraf goed te informeren en communiceren. Dat lijkt een open deur, en dat is het ook. Zo vanzelfsprekend dat het te weinig gebeurt.
    Soms is een situatie gewoon niet anders; het kan niet anders, er is echt geen budget voor, het lijkt niets op te leveren .. etc. En misschien weet je zelf óók niet hoe het anders Of het heeft te weinig prioriteit. Dan zeg dat. Dat vergt even moed, maar levert uiteindelijk duidelijkheid en respect op. En het klaart de lucht.
  3. Ok, gezeur kan dus betrokkenheid in houden. De volgende vraag die je jezelf kunt stellen is: kun je er iets mee? Hoe constructief kan het ingezet worden? Is het een negatieve vorm van slachtoffergedrag, verregaande hulpeloosheid of aandacht vragen, dan kun je besluiten om er geen aandacht aan te geven, want alles wat je aandacht geeft groeit, dus ook negativiteit.
    Je kunt er ook voor kiezen om het juist wel aandacht te geven en het om te buigen naar positiviteit. Blijft het negatief, dan kun je besluiten om het als zodanig te benoemen en aan te geven dat je er precies om die reden geen aandacht (meer) aan besteedt.
  4. Het goede nieuws is dat je soms niets hoeft te doen. In de betekenis van helpen of met oplossingen komen.
    Wat je wel kunt doen: luister en geef oprechte aandacht. Vaak is dat al genoeg en merk je dat mensen zelf (een deel van) het antwoord geven. Die kans is het grootst wanneer je met volle aandacht en oprechte interesse luistert. En je verplaatst in de ander. Kijk naar de mens en niet naar het ‘gezeur’. Houd vooral je mond en laat iemand zelf bedenken hoe hij dit probleem kan oplossen. Of vraag wat hij zelf denkt wat een oplossing kan zijn. Oké, dan duurt het misschien langer, maar de volgende keer hebben ze je niet meer nodig.
  5. Trouwens, misschien is het helemaal geen gezeur… Jouw ‘stresscurve’ is vaak anders dan die van je medewerkers. Wat jij geneuzel of gezeur vindt, hebben je medewerkers misschien wel écht last van. Het voordeel is, dat het voor jou kennelijk niet zo zwaar valt en dat kan helpen er anders tegenaan te kijken.
    Help de ander om het te relativeren.
  6. Bijvoorbeeld door je samen af te vragen of je het wel kunt veranderen. Vraag de ander of het wel zin heeft om er invloed op uit te oefenen. En of het wel in jullie invloedssfeer valt. Als dat niet zo is, is het zonde van de energie.
    Immers, wat je echt niet kunt veranderen kun je maar beter accepteren. En als je het echt niet kunt accepteren, probeer het dan te veranderen, al is het maar gedeeltelijk.
  7. Stimuleer om specifiek te zijn als het kritiek betreft. Vraag om concreet te zijn: op welke momenten gaat het fout? En in welke situatie? Hoe ziet dat er dan precies uit?
    Laat je niet meeslepen in algemene of vage verwijten en vraag door op woorden als ‘altijd’ en ‘nooit’ of vaagheden zoals ‘ja, maar dat heb ik al zó vaak gezegd’. Wat heb je al gezegd? Op welke momenten? En wat ging er toen mis, precies? Wat zag je, wat hoorde je, wat nam je waar?
    Neem de criticus mee in het geven van specifieke, gerichte feedback. De hamvraag is tenslotte: hoe denk jij dat het anders kan? Hoe kunnen we dat in gang zetten? En wat kun jij daarin betekenen?
  8. Zorg er ook voor dat een zeurpiet letterlijk iets onderneemt om het punt waarop hij kritiek heeft, te helpen oplossen. Al is het voor een deel. Initiatief tonen, een stukje ondernemerschap. En steun hem daarin, ook al is zijn manier niet jouw manier. Doet je criticus niets? Dan kun je hem dat teruggeven en vragen waarom dat zo is. Misschien is het dan toch niet zo belangrijk. Of hij is er achter gekomen dat het niet zo gemakkelijk is om het te veranderen.
    Stimuleer iemand om te denken als ‘directeur’ van zijn eigen onderneming of afdeling. Wat zou hij dan doen?
  9. Buig “ja, maar ..” en “dat kan niet ..” zo veel mogelijk om. Denk samen in termen van wat wél kan. Wat zou je wel willen? Formuleer het positief. Wat niet werkt weten we vaak allemaal wel. Maar wat werkt wel? En als dat niet helpt: waarom doe je dit werk, wat brengt het jou? Wat vind je wel leuk? Wat heeft gemaakt dat je koos voor dit werk? Waarin zit voor jou de waarde? Als er weinig lichtpuntjes zijn, hoe maken we dan dat je het weer leuk gaat vinden? En ook hier: wat kun je hier nu zelf aan doen?
  10. Het belangrijkste is: geef veel (oprechte!) complimenten als iemand het zelf regelt, bijvoorbeeld als er iets mis is gegaan, of om te voorkomen dat het volgende keer weer fout gaat. Beloon dat met oprechte waardering. Het zal er voor zorgen dat ze niet steeds naar jou rennen als er iets aan de hand is. “Goed dat je het hebt opgelost, ik heb daar alle vertrouwen in”.

Kortom, mensen die zeuren  hebben eigenlijk iets nodig: vraag wat ze nodig hebben en wat ze zouden willen verbeteren. En hoe ze dat aanpakken als ze zelf de leiding zouden hebben. In het beste geval heb je een oplossing om te implementeren, of een goed advies. En in het slechtste geval heeft deze medewerker in ieder geval z’n verhaal gedaan. Bedenk ik in de laatste situatie wel dat je het ook moet terugkoppelen als je er niets  mee doet. Anders krijg je volgende keer weer gezeur…

Opbouwende kritiek en discussie stimuleren? Tijd voor tegenspraak

Recent Posts

Vul je zoekopdracht in.